Lady Caroline Price ( 1755-1826)

Deze ingekleurde mezzotint heeft nog de originele lijst, afmeting 39 cm breed en 49 cm hoog. De prent is  te dateren 1788, en painted by sir Joshua Reynolds.

Published as the act directs June 3 1788  by J. Jones No.75 Great portland street.

Mezzotint

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
 
 
 
Een vroege mezzotint door Vaillerant. Het stelt een lezende jonge man voor met een standbeeld van Cupido. Afmetingen 27.5 × 21.3 cm

De mezzotint, ook wel zwarte kunst (of zwartekunst) genoemd, was omstreeks 1650 een nieuwe grafische techniek.

Techniek[bewerken]

Bij de mezzotint wordt eerst de hele koperplaat geruwd met een zogenoemd wiegijzer (berceau), een instrument met een waaiervormige, gekartelde kop die rijen putjes en braam op de koperplaat achterlaat. Op het min of meer ruwe oppervlak hecht de inkt. De plaat wordt geheel met inkt bekleed, vandaar de benaming zwarte kunst. Dan wordt bijvoorbeeld met rood krijt de tekening overgebracht op de plaat. Om een voorstelling aan te brengen worden sommige delen van de geruwde plaat met een schraapijzer (polijststaal) glad gemaakt. Op die plekken pakt de inkt niet meer evenredig en ontstaan dus bij de afdruk de lichte partijen. Door meer of minder te polijsten is het mogelijk om verschillende grijstonen, ofwel halftonen, te bereiken, vandaar de naam mezzo (half) tint. Het een en ander is afhankelijk van de bekwaamheid van de graveur/kunstenaar. De techniek maakt vloeiende overgangen mogelijk tussen de verschillende grijstonen. Daardoor maken de afdrukken een fluwelige indruk.

Geschiedenis

Het mezzotint-procedé werd uitgevonden door de Duitse beroepsmilitair Ludwig von Siegen (1609-c1680). Zijn vroegste mezzotintdruk dateert van 1642 en is een portret van Amelia Elizabeth, Landgravin van Hesse-Cassel. Dit portret werd gemaakt in de "licht naar donker" methode.

Het "wiegijzer" schijnt uitgevonden te zijn door Prins Rupert, een beroemde cavaleriebevelhebber in de Engelse Burgeroorlog, die het proces in Engeland introduceerde. De hofschilder Peter Lely zag de potentie om met mezzotinten zijn portretten een enorme bekendheid te geven en moedigde een aantal Nederlandse printmakers aan om naar Engeland te komen. Het proces werd daarna tot het midden van de 18e eeuw vooral gebruikt in Engeland om portretten en andere schilderijen te reproduceren. Sinds de negentiende eeuw is het betrekkelijk weinig gebruikt. Robert Kipniss en Peter Ilsted zijn twee opmerkelijke 20e-eeuwse exponenten van de techniek. Ook M.C. Escher gebruikte soms de mezzotinttechniek.

Het woord mezzotint is afgeleid uit het Italiaanse mezzo-tinto, dat half-geschilderd betekent.

In Frankrijk staat de techniek bekend als la manière noire. De techniek die onder andere werd toegepast door Miro. Hij had hiervoor speciaal gereedschap, dat exclusief voor hem werd vervaardigd door een atelier in Parijs, in de buurt van de Notre Dame aan de Seine.

 MEZZOTINT
 
        
De mezzotint, ook wel zwarte kunst (of zwartekunst) genoemd, was omstreeks 1650 een nieuwe grafische techniek.

Techniek

Bij de mezzotint wordt eerst de hele koperplaat geruwd met een zogenoemd wiegijzer (berceau), een instrument met een waaiervormige, gekartelde kop die rijen putjes en braam op de koperplaat achterlaat. Op het min of meer ruwe oppervlak hecht de inkt. De plaat wordt geheel met inkt bekleed, vandaar de benaming zwarte kunst. Dan wordt bijvoorbeeld met rood krijt de tekening overgebracht op de plaat. Om een voorstelling aan te brengen worden sommige delen van de geruwde plaat met een schraapijzer (polijststaal) glad gemaakt. Op die plekken pakt de inkt niet meer evenredig en ontstaan dus bij de afdruk de lichte partijen. Door meer of minder te polijsten is het mogelijk om verschillende grijstonen, ofwel halftonen, te bereiken, vandaar de naam mezzo (half) tint. Het een en ander is afhankelijk van de bekwaamheid van de graveur/kunstenaar. De techniek maakt vloeiende overgangen mogelijk tussen de verschillende grijstonen. Daardoor maken de afdrukken een fluwelige indruk.

Geschiedenis

Het mezzotint-procedé werd uitgevonden door de Duitse beroepsmilitair Ludwig von Siegen (1609-c1680). Zijn vroegste mezzotintdruk dateert van 1642 en is een portret van Amelia Elizabeth, Landgravin van Hesse-Cassel. Dit portret werd gemaakt in de "licht naar donker" methode.

Het "wiegijzer" schijnt uitgevonden te zijn door Prins Rupert, een beroemde cavaleriebevelhebber in de Engelse Burgeroorlog, die het proces in Engeland introduceerde. De hofschilder Peter Lely zag de potentie om met mezzotinten zijn portretten een enorme bekendheid te geven en moedigde een aantal Nederlandse printmakers aan om naar Engeland te komen. Het proces werd daarna tot het midden van de 18e eeuw vooral gebruikt in Engeland om portretten en andere schilderijen te reproduceren. Sinds de negentiende eeuw is het betrekkelijk weinig gebruikt. Robert Kipniss en Peter Ilsted zijn twee opmerkelijke 20e-eeuwse exponenten van de techniek. Ook M.C. Escher gebruikte soms de mezzotinttechniek.

Het woord mezzotint is afgeleid uit het Italiaanse mezzo-tinto, dat half-geschilderd betekent.

In Frankrijk staat de techniek bekend als la manière noire. De techniek die onder andere werd toegepast door Miro. Hij had hiervoor speciaal gereedschap, dat exclusief voor hem werd vervaardigd door een atelier in Parijs.

Joshua Reynolds

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
 
Ga naar: navigatie, zoeken
Joshua Reynolds
Zelfportret
Zelfportret
Persoonsgegevens
Geboren 16 juli 1723
Overleden 23 februari 1792
Geboorteland Engeland
Beroep(en) Kunstschilder
Oriënterende gegevens
Jaren actief 1740-1781
Stijl(en) Neoclassicisme
 
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Joshua Reynolds (Sir sinds 1769),(Plympton St. Maurice (Devon), 16 juli 1723 - Londen, 23 februari 1792) was een Engels schilder uit de 18de eeuw. Hij werd in 1769 geridderd door koning George III.

Leven

Reynolds werd geboren in Plymouth st. Maurice, Devonshire als zoon van een geestelijke. In 1740 ging hij in de leer bij de portretschilder Thomas Hudson waar hij tot 1743 bleef. Tijdens de volgende jaren verbleef hij in Plymouth en Londen. Het was in Plymouth dat hij Lord Edgecumb leerde kennen die zijn levenslange patroon zou worden. Edgecumb zou Reynolds voorstellen aan Augustus Keppel die het hoofd was van de Engelse marine in de Middellandse Zee. Met hem voer hij mee naar Minorca waar hij zijn reis in Italië begon. In Rome bestudeerde hij de Italiaanse meesters en antieken. Deze waren inspiratie voor zijn verdere carrière.

Carrière

Met het portret van Augustus Keppel uit 1752 was zijn naam in Engeland gevestigd. Het was het begin van een reeks portretten van vooraanstaande militairen. Vanaf deze periode werkte hij in Londen onafgebroken aan verschillende portretopdrachten. Tegen het jaar 1760 was hij zo vermogend dat hij een weelderig huis kon aanschaffen in de buurt Leicester Fields te Londen. Hier kwam hij terecht in een kring van kunstenaars en schrijvers zoals dr. Samuel Johnson, Oliver Goldsmith, Edmund Burke, Henry Thrale, David Garrick en Angelika Kauffman. Hij was een van de eerste leden van de Royal Society of Arts en moedigde de interesse voor contemporaine kunst aan. In 1768 werd hij de eerste directeur van de Royal Academy of Arts in Londen. Het was hier dat hij zijn theorie van de Grand Manner uitlegde en verdedigde in verschillende colleges. Deze theorie hield kort in dat het hoogst haalbare binnen de schilderkunst een historiestuk was van eigen inventie. Deze inventie ontstond echter alleen uit de kennis van voorgaande, oude meesters. Hij wilde hiermee de kunstschilder uit de hoek van de ambachtsman halen. Reynolds combineerde voor deze theorie verschillende bestaande theorieën uit Italië, Frankrijk en Engeland. Tussen 1769 en 1790 doceerde hij aan de Royal Academy en werd geroemd om zijn inzichtelijke en invoelende colleges.

 
Joshua Reynolds, Kapitein Robert Orme, 1756, Olieverf op doek, 240 x 147 cm, National Gallery, Londen

Werken

Samen met Thomas Gainsborough was hij de dominante portretschilder uit de tweede helft van de 18de eeuw. Reynolds schilderde in een meer geïdealiseerde stijl dan zijn rivaal. Naast zijn vele portretten, er wordt geschat een totaal van 2000, heeft hij ook allegorische portretten gemaakt zoals Mrs Siddons als de tragische muse (1784) een genre dat hij reserveerde voor zijn vrouwelijke modellen. Een van zijn weinige historiestukken dat hij naar zijn eigen Grand Manner maakte, was Het kind Hercules (1787). Een meer winstgevende tak was die van de Fancy Picture die soms een erotiserend karakter had, zoals Cupido als een koppelaar (1774). In 1784 werd Reynolds ingehuurd als hofschilder van koning George III.

In 1789 verloor Reynolds het licht in zijn linkeroog en op 23 februari 1792 stierf hij in zijn huis in Leicester Fields te Londen. Hij werd begraven in de St Paul's Cathedral in London.

Mezzotint

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
 
Ga naar: navigatie, zoeken
 
Een vroege mezzotint door Vaillerant. Het stelt een lezende jonge man voor met een standbeeld van Cupido. Afmetingen 27.5 × 21.3 cm

De mezzotint, ook wel zwarte kunst (of zwartekunst) genoemd, was omstreeks 1650 een nieuwe grafische techniek.

Techniek[bewerken]

Bij de mezzotint wordt eerst de hele koperplaat geruwd met een zogenoemd wiegijzer (berceau), een instrument met een waaiervormige, gekartelde kop die rijen putjes en braam op de koperplaat achterlaat. Op het min of meer ruwe oppervlak hecht de inkt. De plaat wordt geheel met inkt bekleed, vandaar de benaming zwarte kunst. Dan wordt bijvoorbeeld met rood krijt de tekening overgebracht op de plaat. Om een voorstelling aan te brengen worden sommige delen van de geruwde plaat met een schraapijzer (polijststaal) glad gemaakt. Op die plekken pakt de inkt niet meer evenredig en ontstaan dus bij de afdruk de lichte partijen. Door meer of minder te polijsten is het mogelijk om verschillende grijstonen, ofwel halftonen, te bereiken, vandaar de naam mezzo (half) tint. Het een en ander is afhankelijk van de bekwaamheid van de graveur/kunstenaar. De techniek maakt vloeiende overgangen mogelijk tussen de verschillende grijstonen. Daardoor maken de afdrukken een fluwelige indruk.

Geschiedenis[bewerken]

Het mezzotint-procedé werd uitgevonden door de Duitse beroepsmilitair Ludwig von Siegen (1609-c1680). Zijn vroegste mezzotintdruk dateert van 1642 en is een portret van Amelia Elizabeth, Landgravin van Hesse-Cassel. Dit portret werd gemaakt in de "licht naar donker" methode.

Het "wiegijzer" schijnt uitgevonden te zijn door Prins Rupert, een beroemde cavaleriebevelhebber in de Engelse Burgeroorlog, die het proces in Engeland introduceerde. De hofschilder Peter Lely zag de potentie om met mezzotinten zijn portretten een enorme bekendheid te geven en moedigde een aantal Nederlandse printmakers aan om naar Engeland te komen. Het proces werd daarna tot het midden van de 18e eeuw vooral gebruikt in Engeland om portretten en andere schilderijen te reproduceren. Sinds de negentiende eeuw is het betrekkelijk weinig gebruikt. Robert Kipniss en Peter Ilsted zijn twee opmerkelijke 20e-eeuwse exponenten van de techniek. Ook M.C. Escher gebruikte soms de mezzotinttechniek.

Het woord mezzotint is afgeleid uit het Italiaanse mezzo-tinto, dat half-geschilderd betekent.

In Frankrijk staat de techniek bekend als la manière noire. De techniek die onder andere werd toegepast door Miro. Hij had hiervoor speciaal gereedschap, dat exclusief voor hem werd vervaardigd door een atelier in Parijs, in de buurt van de Notre Dame aan de Seine.

Zie ook[bewerken]

 

Navigatiemenu

Persoonlijke instellingen

Naamruimten

Varianten

Meer

Navigatie

 

  • Lady Caroline Price  ( 1755-1826)

Artikelnummer: 1654
Prijs: € 275


Ogenblik geduld a.u.b